In de dertiende eeuw heeft zich de huidige loop van de Maas gevormd. Door een doorbraak bij het huidige Andel ontstond een nieuwe Maastak en werd de Woudrichemmer waard gescheiden van die van Brakel en Poederoijen. Dit gebied werd in 1264 door de heren van Horne en Altena verpacht aan de cisterciënzer monniken van de abdij te Villers-la-ville bij Nijvel in Belgie (toen onder Sticht Luik). Zij stichtten een klooster op Scalcwijck, legden kaden aan en brachten het gebied in cultuur. Dit gebied gaven ze in 1333 weert terug aan de heren van Horne en Altena. Zo ontstond het Munnikenland.
1357, de geschiedenis van Loevestein begint. Dirk Loef van Horne kreeg van de graaf van Holland dit gebied te leen. Zijn oudere broer Willem van Horne was even daarvoor overleden. Het is aannemelijk dat Dirk toen in het westelijk puntje van Gelre, op het eilandje Artus met de bouw van het slot begon. Dirk kwam daarna met de Hollandse graaf in conflict omdat hij zonder toestemming tol hief op passerende schepen. De zaken van de graaf van Holland werden in die tijd behartigd door ruwaard Albrecht van Beieren omdat de graaf zelf krankzinnig was. Dirk werd ter verantwoording geroepen en bekende schuld. Dirk behield slechts ’t huus van loevesteyn, mit sinen verborghe ende grachten’, de rest kwam in handen van de inmiddels meerderjarige zoon van zijn broer: Willem VI van Horne en Altena. Dit laatste speelde zich af in 1368, de oudst bekende vermelding van het slot. De tweede naam van Dirk was afkomstig van zijn grootvader Dietrich Luf III, heer van Kleef (1309-1322). De naam Luf is een afleiding van Ludolf en zou afkomstig zijn van de woorden Liud = volk en of = wolf
1385, Brabant was in oorlog met Gelre. De Hollandse ruwaard Albrecht van Beieren nam het slot toen over van de beheerder Willem VI van Horne en Altena. In 1388 viel het slot onder Hollands bestuur. In 1389 werd het slot versterkt . Albrecht stelde in 1385 een beheerder aan over het slot, dat werd zijn vertrouweling Bruisten van Herwijnen. Bruisten kreeg onenigheid met de opvolger van Albrecht, Willem van Oostervant. Bruisten kon zich niet verantwoorden voor zijn Zeeuwse rentmeesterschap, Loevestein werd toen van 5 tot 20 april in 1397 belegerd, Bruisten ontsnapte. Dit was de eerste vuurproef voor Loevestein. Willem van Oostervant kreeg het slot te leen.
1417, Graaf Willem VI overleed, zijn dochter Joacoba volgde hem op. Haar oom Jan van Beieren was daar op tegen: de Hoekse en Kabeljauwse twisten.
1449, executie van Gozewijn de Wilde, stadhouder en raadspresident van Holland, Zeeland en Friesland
1492, Albrecht van Saksen - Meissen krijgt Loevestein in pand, hij laat zijn wapen en dat van zijn pupil Philips de Schone op de schouw in de kemenade aanbrengen.
1523, Hendrik van Nassau, heer van Breda commandant van Loevestein.
1566, vlak voor de tachtigjarige oorlog werd vanuit Loevestein oorlogsmateriaal naar Vianen gebracht, echter Willem van Oranje en Hendrik van Brederode weken uit naar Duitsland van waaruit ze aanhang zochten om het Spaanse bewind te kunnen verdrijven.
1568, Begin tachtigjarige oorlog.
1570, Herman de Ruijter neemt het beheer van Loevestein over, verkleed als monnik komt hij binnen, Duitse troepen om hem te komen helpen komen door de vorst vast te zitten, de drost van Gorinchem waarschuwt Alva en binnen enkele dagen wordt het slot weer heroverd. Herman de Ruijter komt om in een brand die hij zelf aan had gestoken met kruit.
1572, Loevestein komt in handen van de Geuzen.
1589, Loevestein werd door Parma bedreigd, de vestingwerken weerhielden hem daarvan. 1614, Loevestein wordt staatsgevangenis.
1600 - 1640 Gideon van den Boetselaer commandant (kastelein) van Loevestein.
1610 - 1614, Dirck Raphaelsz Camphuysen gouverneur van de kinderen van Boetselaer.
1618, Hugo de Groot en Rombout Hoogerbeets worden gevangen gezet.
1619, op 5 juni worden Hugo en Rombouts overgebracht naar Loevestein.
1620, 20 oktober, de echtgenote van Hoogerbeets overlijdt in de kerker.
1621, 22 maart, Hugo de groot ontsnapt in een boekenkist met hulp van Elsje van Houweningen en het Gorkums echtpaar Daetselaer - van Erp.
1621-1631, 9 Remonstranse predikanten werden op Loevestein gevangen gezet: Bernerus, Vezekius, Petrus Cupus, Arnoldus, Geesteranus, Charles de Nielles, Eduard Poppius, Theodorus (Dirk) Boom, Simon L. Bysterus, Paulus Lindenius (van der Linden) en Samuel Prince.
1624, 9 maart Eduard Poppius overlijdt.
1624, huwelijk tussen Arnoldus Geesteranus en Suzanna van Oostdijk, uit hen werd op Loevestein een zoon geboren: Justus Geesteranus van Loevestein.
1626 bij een poging te ontsnappen verdrinkt Samuel Prince.
1631, 17 juli, de zeven overgebleven predikanten ontsnappenin een periode van verslapte bewaking.
1648, einde tachtigjarige oorlog.
1650, Willem II wil het leger behouden en neemt zes leden van de staten van Holland gevangen: Jacob de Witt, Jan de Waal, Albert Ruyl, Jan van Duyst van Voorhout, Nanning Keyser en Nicolaas Stellingwerff.
1672, Loevestein verdedigt zich tegen de Fransen.
1750 - 1754, een Schots detachement zijn op Loevestein gelegerd.
1795, inname Loevestein door Bataafse Revolutionairen.
1810-1813, Spaanse, Russische en Engelse krijgsgevangenen zitten in Loevestein opgesloten.
1831, de laatste krijgsgevangenen (door de afscheiding van Belgie) op Loevestein 1853, Ingrijpende veranderingen als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
1853, Loevestein wordt ingericht als blindeerbaar Reduit.
1914-1918, Eerste Wereldoorlog, slecht onderhoud van het slot. Er lag een garnizoen van 400 man in het slot.
1920, Rijksdienst voor de monumentenzorg voert restauraties uit, het slot gaat over van het ministerie van defensie naar het ministerie van onderwijs, kunsten en wetenschappen. Loevestein wordt een toersitische trekpleister 1940-1945, Tweede Wereldoorlog.
1927 ontdekking muurschildering in de ridderzaal.
1931 L.C. van Panhuys slotvoogd (ook burgemeester van Vuren en Dalem).
1935, de dichtgegroeide gracht om het slot werd uitgegraven.
1942, mr L.R.J. ridder van Rappard slotvoogd (burgemeester van Gorinchem).
1952, einde militaire functie van Loevestein, Peter van Andel wordt slotbewaarder.
1952-1967, restauratie van het slot.
1975-1986, restauratie voorburcht.
1983. Tijdens de restauraties in het officierslogement werden muurschilderingen ontdekt die door soldaten van de Schote Brigades zijn gemaakt. Ze zijn gerestaureerd, de kamer heette vanaf dat moment de Schotse kamer.
1985 De ingebruikname van de Schotse kamer werd opgeluisterdmet o.a. doedelzakspelers.(zie foto's in de serie hieronder)
Slotbeheerders vanaf 1952 - heden:.
Peter van Andel
Arend Hovenkamp
Cees Alberts (tot 1995)
Jaques Mombers
Voor meer informatie: ga naar de website van slot Loevestein
Bekijk het filmpje over de Restauraties van archeologische vondsten in Loevestein 1990 00:31:28.