Aan de Waalzijde in het Munnikenland stond vroeger een kasteel. Over de oorsprong van dit kasteel is nog weinig bekend, een eerste vermelding ervan vinden we in het jaar 1616, omdat in dat jaar een flinke verbouwing van het kasteel plaatsvond. In de periode ervoor is het Munnikenland door overstromingen een bepaalde tijd onbewoond geweest. Ter hoogte van het kasteel bevond zich vroeger een aanlegplaats voor schepen, door verzanding van de toevoergeul werd deze onbruikbaar waardoor het kasteel zijn functie als sterkte en opslagplaats verloor.
In 1642 kocht Constantijn Huygens samen met Maurits Huygens en George Gleeser, kapitein van de lijfgarde van Frederik Hendrik, het Munnikenland. Vijfentwintig jaar later, in 1667 vindt er dan en verdeling plaats van het Munnikenland, waaronder het adelijk huis met schuren, stallen, singels, boomgaarden, grachten en pleinen. De rentmeester moest er wel voor zorgen dat het achterhuis met schuren en hooibergen de bestemming als bouwbedrijf hield.
In 1786 wordt Jacobus Verzijl, ontvanger van "gemeene middelen" te Bommel en erfgenaam van zijn vader Christiaan Verzijl met het kasteel beleend. Wilhelmus van Dam kocht het kasteel in het jaar 1823.Hij was het die een tekening maakte van een hek voor het kasteel. Jaarlijks verhuurde hij het gebouw met landerijen, in 1851 o.a. aan vrouwe M. Canisius weduwe van Cramerus voor een bedrag van zestig gulden, te betalen in twee termijnen. Twee vertrekken echter waren met schuur, erf, stalling voor paarden en runderen verhuurd aan de landbouwer Frans Ludwig voor een bedrag van 40 gulden. Er gold voor hem een bepaling dat hij het gehuurde glas- en vloerdicht moest houden, alsmede zorg moest dragen dat de tuinen of heining vanaf de brug tot het kasteel niet benadeeld zouden worden. Ook huurde hij het gras binnen de gracht in de boomgaard achter het kasteel en op de buitenlanen. Het fruitgewas en het houtgewas waren voor de heer verhuurder bestemd. Bij de verhuur stond de kapitein/paardenarts J. Ludwig uit 's-Hertogenbosch borg.
Eerder, in het jaar 1840 huurde Hendrik Duyzer de woning, bestaande uit twee vertrekken in het kasteel met schuur en toebehoren. Een kaart uit dat jaar laat een duidelijke plaategrond zien. Voor hem stonden vrijwillig borg Jan en Steef van Wijgerden, landbouwers te Brakel. In de Gelderse Volksalmanak van 1876 wordt nog gesproken over het Huis te Munnikenland. In 1901 wordt de heerlijkheid Rodichem waarop het huis zich bevindt, samen met de benedenwaarden te Brakel publiekelijk verkocht. Op welke wijze het kasteel is verdwenen is ons nog niet bekend, In 1919, toen Peletier inmiddels de eigenaar was werd datgene wat nog aan het kasteel herinnerde, de kasteelheuvel afgegraven. Met de grond werden de grachten eromheen opgevuld.
Een uitgebreide kaart van dit gebied is te zien in de collectie van Gelderland onder DEZE LINK
Meer info over de archeologische vondsten betreft het kasteel vindt u in deze link
Een gedetailleerde kaart met de perceelsnamen vindt u in de link hiernaast: perseelsnamenkaart links en perceelsnamenkaart rechts
In april 2013 is een begin gemaakt met het "project Munnikenland", een onderdeel van het rijksprogramma "Ruimte voor de rivier" Het waterschap Rivierenland heeft bij de Sluisdijk aan het begin van de weg naar Loevestein een informatiebord geplaatst waarop de plannen zichtbaar zijn. Meer informatie is te vinden op de website over het Waterschap Rivierenland