Het plan om de Maas af te dammen, stamt al uit het jaar 1848. Rijkswaterstaat kwam toen met het idee om de Maasmond bij Woudrichem te verleggen naar de Amer in de buurt van Dordrecht. Tegelijkertijd zou door het graven van de Nieuwe Merwede (een bestaande kil tussen Hardinxveld en het Hollands diep) voor de Waal een betere waterafvoer geregeld worden. Vanaf Well werd de huidige Bergsche Maas gegraven, op sommige plaatsen waar men toen doorheen moest, lagen nog stukken van een oude Maasbedding. Toen dat klaar was werd de Maasbocht bij Well en bij de Poederoijense Hoek afgedamd. Vanaf de Gelderse zijde tot aan de overkant in Brabant, tussen Neer-Andel en Giessen. Er werd gebruik gemaakt van een grote zandbank die daar al lag. Tegelijk met het afdammen van de Maas aan het begin van deze eeuw werd ook de Wilhelminasluis gebouwd, zodoende bleef scheepvaart vanaf de Waal mogelijk, en via een gegraven kanaal bij Heusden kreeg de afgedamde Maas ook verbinding met de Bergsche Maas.
Ter herinnering aan dat heuglijke feit werd op de afsluitdijk een monument opgericht, op de provinciegrens tussen Gelderland en Noord Brabant. Dit monument is ontworpen door Emile van Koninenburg (1869 - 1956) en gemaakt in Heppenheim (D). Koningin Wilhelmina kwam de steen 18 augustus 1904 onthullen, in tegenwoordigheid van zijne koninklijke hoogheid, de prins der Nederlanden, hertog van Mecklenburg, zoals dat ook op de steen uitgebeiteld is. De koningin kwam per boot met de naam 's Hertogenbosch" op de plaats van de onthulling aan. Op twee liggende platen graniet is ook nog een plaat graniet verticaal geplaatst, waarvan de achterzijde ruw gehakt is. Rond de tekst aan de voorzijde van de verticale plaat zijn twee rivieren stilistisch weergegeven, in de vormentaal van de Jugendstil, een decoratieve stijl, die niet alleen invloed had op architectuur en meubelkunst, maar ook op de schilderkunst en keramiek. De Duitse tekenaar Otto Eckman maakte voor het eerst dit soort randsversieringen, beïnvloed door tekeningen van Japanners in het tijdschrift "Die Jugend" (1896-1897). Op de gedenksteen wordt ook verwezen naar de wet van 26 januari 1883 waarin het plan vaste vorm had gekregen. De wet werd gepubliceerd in het staatsblad nr. 4 van dat jaar. De gedenksteen is na het verbreden van de sluisdijk in 2002 verplaatst.
Om toch een verbinding tussen beide rivieren mogelijk te maken werd de Wilhelminasluis aangelegd. Uniek zijn de vanaf het begin in gebruik zijnde waaiervlotdeuren. Aan het einde van de 19e eeuw is begonnen met de aanleg van de Wilhelminasluis. Op de verschillende hoofden van de sluis zijn gevelstenen met jaartallen aangebracht die verwijzen naar belangrijke gebeurtenissen van de sluis. Zo zit op het oostelijk Maashoofd een steen met de inscriptie 1895 en op het westelijk Maashoofd een met 1896. Daaronder resp. een verwijzing naar de aanleg van de Hoogwaterkering in 2000 en aan de overkant naar de grote restauratie in 1984. Aan de Waalzijde zijn vergelijkbare gevelstenen aangebracht. Ook de woningen kennen dergelijke verwijzingen: twee gevelstenen met "Anno 1900" erop. Waren de mensen voor de bouw van de Wilhelminasluis aangewezen op de verschillende veren in de buurt, vanaf 1898 werd dat anders en veel gemakkelijker. Over de Wilhelminasluis, over de Maashoofden, werd een brug aangelegd. Deze eerste brug, een rolsprietbrug, heeft niet erg lang dienst gedaan. De huidige brug, een klapbrug, is de vierde brug in de rij.
Wilt u meer weten over de Wilhelminasluis, klik dan op de link naar DE WEBSITE .
Bekijk hier een filmpje op You tube